vrijdag, 06 februari 2009 00:00 |
De titel verwijst naar kleine verhalen van een man die zomaar landelijke bekendheid geniet. Hij schrijft, net als de steller van dit klein geschrift, al jaren kort proza. Niet dat hij mooiere zinnen maakt dan ik. Geenszins. Maar op de éen of andere manier mocht hij in een goed bekeken televisieprogramma voorlezen, en zie, nu schrijft hij onder bovengenoemd kopje stukjes in de vpro-gids. Wat moet ik doen om netzo veel aandacht te krijgen als deze man. Nog mooier schrijven? Het ijs schuift in schotsen naar de oever omdat de wind vrij spel heeft en heftig blaast door de kale takken van de bomen die verdwaald in het winterse polderlandschap wachten op de lente. Elders loopt een eenzaam hert over de kaal gemaaide rietvelden, stopt en kijkt om zich heen, ziet en ruikt het naderende onheil, vervolgt zijn gekozen richting, verder weg en nadert zo de einder om vervolgens te verdwijnen in de nevel van het ochtendgloren. Het witte kerkje in het centrum van het dorp staat op een terp, de gelovige wil niet langer meer katholiek zijn, want zijn joodse vrienden weten dat de gaskamers bestaan hebben. Ik besef me dat ik zes miljoen woorden moet schrijven. Pas dan zal ik door degenen gelezen worden die nu als kuddedieren het verzamelde werk voor te veel geld hebben gekocht van die schrijver die netaan een kwart van 1 pagina in een televisiegids volschrijft. Maar wil ik wel dezelfde aandacht als A.L. Snijders?
|